Als mijn moeder -bij hoge uitzondering- tijdens de visite een glaasje advocaat uitlepelde, zei ze daarna steevast dat ze ervan op de kop stond. M’n vader zag ik in z’n hele leven misschien één keer aangeschoten. Hij dronk dagelijks steevast twee borreltjes, want dat was -toen nog- ‘goed voor z’n hart’. Het werden er vrijwel nooit drie, tenzij het bezoek er nog zat en de avond nog niet ten einde; dan wilden het er wel eens drie worden. Zijn vader, mijn opa, was lid van de blauwe knoop, in een tijd dat je op vrijdag nog een loonzakje kreeg waarmee veel mannen via de kroeg wankelend naar huis kwamen. Toen ik, vanaf m’n vijftiende, uitging, kreeg ik geen waarschuwing mee dat ik niet te veel moest drinken. Dat was ook niet nodig, want ik stond de hele avond te zweten op de dansvloer en had dan meer behoeft aan een jus dan aan een bessen-jus of biertje.
Kortom, alcohol was bij ons vroeger geen ding. Niet iets wat je angstvallig in de hand moest houden. Het was heel normaal om als kind op een bruiloft een shandy te drinken, maar je dronk er geen tien om in een roes te komen. Sowieso kan ik me niet herinneren dat we aan ‘indrinken’ deden voor het uitgaan. In mijn geval zou dat verlies aan controle de dansvreugde alleen maar drukken. In m’n studententijd deed ik soms een week met een fles wijn en m’n eerste kater ervaarde ik ver na m’n een-en-twintigste…
Al deze herinneringen, aan een leven waarin alcohol amper een plaats opeiste, komen de afgelopen maanden boven. We praten thuis veel over de rol die alcohol in ons leven heeft en dat van de generaties voor ons. Ook hebben we het over de verandering in gezondheidsinzichten omtrent alcohol. ‘Alcohol wordt het nieuwe roken’, concluderen we, en om eerlijk te zijn kan ik niet wachten voor het zover is. Zoonlief, bijna zeventien, houdt stug vol dat hij voor zijn achttiende geen druppel alcohol wil, omdat het z’n hersens aantast. Ik voel trots en opluchting, omdat ik om me heen maar al te veel moeders zie worstelen met de nieuwsgierigheid naar drank van hun pubers; moeders voor wie alcohol zelf geen enkel issue is, omdat ze niet of nauwelijks drinken. Ik hoor voortdurend dat je als ouders de meeste kans maakt op verstandige keuzes van je kind als je ze het goede voorbeeld geeft. Ik geloof dat wel, maar denk ook dat je je -als ouder, maar ook voor jezelf- bewust moet zijn van het feit dat we in een van alcohol doordrenkte maatschappij leven, waarin de verleidingskracht enorm groot en venijnig is.
Door dat de afgelopen maanden te ervaren, een deep dive in m’n eigen verhouding tot alcohol te maken en me bewuster te wapenen tegen alle verleidingen, heb ik het idee dat ik een patroon heb doorbroken. Het zijn nuchtere, maar nog wankele schreden op een pad dat vanaf nu uit twee afsplitsingen zal bestaan: de keuze tussen wel of geen alcohol. Ik weet zeker dat ik niet altijd dezelfde afslag zal kiezen. Ik weet ook dat ik de keuze vanaf nu wél iedere keer bewúst zal maken. Ik vind dat een mooie oogst na drie maanden passen! En ik ben benieuwd: wat heeft deze periode jou gebracht?
Margreet (51) woont met man en puberzoon in het midden van het land. Ze is inmiddels een ervaren IkPasser, ging tijdens 40 dagen geen druppel op zoek naar alcoholvrije alternatieven en deed verslag van haar ervaringen met en zonder alcohol.
279.357
deelnemers gingen je voor