Om de spirit hoog te houden, deel ik m’n blogjes over KortDroog op m’n eigen social media-kanalen. Het geeft me op mogelijke momenten van zwakte net dat duwtje in de rug om vol te houden.
Daarnaast vormt het een toets met de werkelijkheid: hoe gaan anderen eigenlijk om met alcohol? Best wel (veel) wat mensen níet, zo maak ik op uit de reacties. Verschillende van mijn vrienden en contacten blijken niet of nauwelijks alcohol te drinken. Sommigen zijn er nooit aan begonnen, anderen merken, naarmate ze ouder worden, dat de balans tussen lasten en lusten niet meer oké is en drinken minder of helemaal geen alcohol meer.
Er zijn ook mensen die me sterkte wensen en me alvast proberen lekker te maken met de ‘beloning’ die straks op me wacht -en daarmee bedoelen ze vast niet een lekker kopje thee-.
Er zijn verrassend weinig mensen die toegeven net als ik een haat-liefde-verhouding te hebben met alcohol. Voor velen is het gewoon geen issue: ze drinken wanneer ze zin hebben, en dat is doorgaans niet dagelijks en zelfs niet een paar keer per week.
Ík drink ook wanneer ik zin heb, maar dat is -als ik daarin niet heel bewust keuzes maak- toch wel zo’n drie dagen per week. Soms is het een glas, soms een halve fles en soms ook nog wel wat meer -al komt dat steeds minder voor, omdat ik er echt niet meer tegen kan-.
Waarom is dat voor mij wél een issue? Waarom heb ik het idee dat alcohol -net als roken- alles of niets is? Mensen die af en toe eens een sigaretje opsteken, zijn voor mij nog altijd een soort aliens. Een beetje roken… Dat kán gewoon niet in mijn universum. Datzelfde heb ik met alcohol: af en toe een glaasje betekent alle andere momenten die zich aandienen heel bewust ‘Nee’ zeggen. Het is zo’n gedoe, vind ik. Het vergt zoveel discipline. Dat is juist zo lekker helder in deze maand KortDroog, Dry January en wie weet 40-Dagen-geen-druppel: ik doe het gewoon niet.
Ondertussen passeer ik m’n vijftigste alcoholvrije dag. Ook zonder alcohol heb ik wel eens een slechte nacht. Ook zonder alcohol heb ik m’n dipjes en stress. De euforie van de eerste maand maakt plaats voor gewenning. Er wordt gezegd dat je veertig dagen nodig hebt om nieuwe gewoontepatronen te vormen. Voordat die zijn ingesleten ben je nog eens een zondvloed verder (die schijnt ook veertig dagen te hebben geduurd).
Ik merk dat er inderdaad andere gewoontes ontstaan waarin er geen plek is voor gemis. Maar dat inslijten… ik voel dat dat nog een tijdje nodig heeft. Gun ik me die tijd? Doe ik die investering en meld ik me ook aan voor 40-Dagen-geen-druppel? Daar ga ik de komende week eens heel goed over nadenken… met een verrukkelijke virgin mojito.
Margreet (51) woont met man en puberzoon in het midden van het land. Ze is inmiddels een ervaren IkPasser, al waren niet al haar pas-pogingen even succesvol. Na een maandje Dry January knoopt ze er nog een periode KortDroog achteraan.
279.357
deelnemers gingen je voor