Buiten is het grijs, nat en het waait. Weer dat past bij het najaar. Toch is het bijna lente.
Ik zit aan de keukentafel met een kop warme winterthee en zin in iets lekkers.
Tussen de kieren van de kozijnen wurmt de wind zich naar binnen. Ik voel tocht langs mijn benen, de geneugten van het wonen in een oud huis.
Mijmerend denk ik aan ons landje.
Niet lang geleden konden we het stuk grond naast ons huis kopen. De vlag ging uit! Een slordige anderhalf duizend vierkante meter, bestemmingloos en overwoekerd door bramen. Dus mouwen opgestroopt en aan de slag.
Ondertussen weten we dat er geen kruid is gewassen tegen bramen. Geen slimme trucjes of “oma weet raad”-achtige tips maar gewoon de schep de grond in en uitgraven die zooi. En het weekend daarop weer en het weekend daarop weer en…
Naast bramen staan er ook drie fantastische notenbomen op het landje. Hun vrijgevigheid blijkt tot in de wijde omtrek bekend, daar kwamen we achter.
Een zonnige namiddag in september. Twee fietsers, elektrisch ondersteund. De middelbare dame hopt resoluut van haar fiets de tuin in “Uhh, wat gebeurt hier?”, vraagt partner voorzichtig.
“We komen elk jaar”, antwoordt de dame, “om walnoten te rapen.”
Partner legt uit dat wij de grond gekocht hebben en dat er daarom nu een soort van heg in aanbouw staat. Mevrouw heeft hier geen oren naar. Ze komt al jaren op dit wat haar betreft niemandslandje, dus heeft ze oud recht, vindt ze.
Nog wat nasputterend en verbolgen laat ze zich uiteindelijk toch de tuin uit en weer op haar fiets praten.
Een zonnige zondagochtend niet veel later. We zien een auto stoppen. Eruit stapt een mediterraan gezin. Resoluut worden de overhangende takken ter hand genomen en stevig heen en weer geschud. Plastic zakken worden tevoorschijn gehaald en met rap tempo gevuld. We staan het even verbaasd gade te slaan. Op de vraag wat hier gebeurt, breekt op het gezicht van de pater familias een brede glimlach door. Hij werkt in de buurt en elk jaar oogst hij hier zijn walnoten voor de baklava die zijn vrouw gaat maken.
Ronduit beteuterd is hij als hij begrijpt dat wij de nieuwe eigenaren zijn. Dan plotseling weer een twinkeltje in zijn ogen. Wat nou als hij ons later baklava komt brengen? We gaan overstag en laten ze een tijdje hun gang gaan.
Daarna zijn wij zelf dagenlang zoet met het binnen halen van de oogst. Overal in huis liggen noten in bakken. Van de bijkeuken naar de woonkamer kom je alleen nog maar hink-stap-springend. Als de zon door de wolken piept sleep ik de bakken naar het dakterras om te drogen.
Ik verheug me op authentieke baklava. Maar er komt niks.
Tot driekwart jaar later plotseling een klop op de openstaande achterdeur. Daar staat de mediterrane notenraper met een brede glimlach en een zak met daarin de lang geleden beloofde lekkernij.
Mijn thee is op. Ons landje roept. Maar het moet maar even wachten want ondertussen is het nog harder gaan regenen.
De thermostaat een graadje hoger en slechts één activiteit mogelijk: Walnotentaart maken!
Tip van Francis:
Hier mijn recept voor deze lekkere taart. Kan bijna niet misgaan. Enjoy!
Ingrediënten
Voor het deeg:
150 gram koude boter -
1 klein ei -
90 gram suiker -
240 gram bloem -
mespunt zout
Voor de vulling:
175 ml slagroom
50 ml honing
snuf zout
250 gr suiker
50 ml water
300 gr walnoten, grof gehakt
Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed er een samenhangend deeg van. Kneed vooral niet te lang: zodra je een bal van het deeg kunt vormen, is het goed. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast.
Maak ondertussen de vulling. Doe de slagroom, de honing en een snuf zout in een pan en breng deze aan de kook. Doe ondertussen de suiker en het water in een hoge pan en breng dit zonder te roeren aan de kook. Laat de suikersiroop koken tot een goudgele karamel. Roer er niet in, maar blijf er wel bij. Als de karamel te donker wordt is hij niet meer eetbaar. Giet de hete slagroom op de karamel (let op: dit gaat erg spatten en bruisen) en roer door tot alle karamel is opgelost. Haal de pan van het vuur, roer de walnoten door de karamelvulling en laat alles afkoelen tot kamertemperatuur.
Verwarm de oven voor op 200 °C. Vet een springvorm van 24 centimeter doorsnede in met boter en bekleed de bodem met een stuk bakpapier. Kneed het deeg nog kort door en rol het deeg op een licht bebloemd werkblad uit tot een dikte van ongeveer 4 millimeter. Bekleed hiermee de bodem en de zijkant (tot halverwege) van de springvorm. Verdeel de vulling over het deeg en druk dat voorzichtig aan.
Bak de walnotentaart in 35 tot 45 minuten goudbruin en gaar.
279.357
deelnemers gingen je voor