Waarschuwing: in onderstaande tekst wordt er o.a. gesproken over zelfdoding.
BLAUW
Zoals alleen een dag in januari
blauw kan zijn
Een parel die blinkt in een
loodgrijze zee
Een machine hoestend en
knarsend die nooit wilde starten
Als een roestige scheepsschroef
in het donkere water
Op een dag als deze zou een
ouwe schuit het ruime sop
kunnen kiezen, de wijde
wereldzeeën -
Naar het schier oneindige of wat
het dan ook moge zijn
dat je zoekt aan het einde
van de regenboog.
Goedemorgen! Dit gedicht van eigen hand beschrijft (voor mij) het gevoel van een eerste diepblauwe lucht in januari na de donkere decembermaand met niets dan loodgrijze wolken en om half vier al schemering.
Een gevoel van ontwaken, van wedergeboorte zou ik bijna zeggen, als het niet zo belachelijk zou klinken.
"Hou dat gevoel vast", zeg ik op zo'n blauwe januaridag tegen mezelf.
Voor het geval dat het je ontgaan is: het was gisteren Blauwe Maandag ofwel Blue Monday.
Waar komt het gezegde 'een blauwe maandag vandaan'? Een blauwe maandag betekent een korte tijd. Blauw had vroeger ook de figuurlijke betekenis 'onbetekenend, nietig, van weinig waarde'. Een blauwe maandag betekende dus oorspronkelijk vermoedelijk 'een maandag van geen betekenis'. (..)
Weer anderen hangen de 'wolverfhypothese' aan. Om wol blauw te verven, werd deze eerst in een gele kleurstof geweekt. Vervolgens ging de wol in een bad met (menselijke) urine om de verf kleurecht te maken. Zo hechtte de verfstof zich goed aan de wol, die daarna te drogen werd gehangen. Tijdens het drogen kwam de gele kleurstof in aanraking met zuurstof uit de lucht, waardoor de kleur veranderde in indigo, een blauwe kleur die niet meer uit de wol gewassen kon worden.
De wol werd traditiegetrouw op zaterdag in de week gezet en op maandagochtend opgehangen om te drogen en blauw te worden. Op een blauwe maandag konden de wolwevers dus niet werken.
Nog weer anderen zien in blauw een verwijzing naar dronkenschap. Wie in het weekend 'blauw' is, zal op maandag het liefst vrij nemen. Bron: onzetaal.nl
Blue Monday of deprimaandag echter is een concept dat werd bedacht door de Britse psycholoog Cliff Arnall in 2005. Op deze meest deprimerende dag van het jaar, zou je stemming een dieptepunt bereiken. De oorzaak is een samenloop van omstandigheden:
-Het doorgaans grijze weer in januari
-De korte en donkere dagen
-De goede voornemens van 1 januari die je (opnieuw) niet waarmaakt
-De vakantie die ver weg lijkt
-Maandag als eerste dag van de werkweek
De bewering dat deze maandag de meest sombere is, is niet wetenschappelijk onderbouwd. Maar het idee wordt elk jaar opnieuw in de media gebracht en commercieel gebruikt. Zo wordt Blue Monday bijvoorbeeld ingezet om ontspanningsreizen te verkopen tijdens een doorgaans rustige periode begin januari. Bron: gezondheidenwetenschap.be
Een concept dus. Een dag waarop relatief de meeste zelfdodingen zouden plaatsvinden. Alsof een potentiële zelfmoordenaar bezig zou zijn met welke dag het is.
Daar zitten de vrolijke jongens en meiden van de ochtendshows op de commerciële radio niet zo mee. De koningen van slechte smaak en oppervlakkigheid gebruiken het item elk jaar dankbaar, om zo hun programma een soort van 'diepgang en inhoud' te geven.
Stichting MIND organiseert vandaag de BlueMondayRun waarbij je zelf de starttijd, route en eindpunt bepaalt. Er wordt een sponsorpagina voor je aangemaakt die je met iedereen kunt delen.
Een heel sympathieke actie, dat wel, men haalt hiermee donaties op voor MIND zodat MIND zich in kan blijven zetten voor mentale gezondheid in Nederland: bluemondayrun
Zelf beleef ik doorgaans mijn blauwe maandagen periodes in het voorjaar en in de zomer, wanneer het zonnetje lekker schijnt en iedereen vrolijk is, plezier heeft in gezelschappen, druk is met vakanties en men 'young & in love' is. Behalve ik dan.
Op zeer jonge leeftijd deed ik mijn eerste zelfdodingspoging. Impulsief, heel klungelig en onhandig. Ik werd 'gered'.
Daar werd destijds niet over gepraat. Mijn ouders vonden mij maar een raar jong: besefte ik wel hoe ik iedereen ontzet zou hebben wanneer de poging geslaagd zou zijn? Hoe ik al het zomerse vertier bedorven zou hebben? Wie dacht ik wel niet dat ik was? Ik trok alleen maar aandacht, en die kreeg ik al meer dan genoeg met al dat gezeur van school en op ouderavonden (het 'klaaguurtje') en door mijn gezondheidsklachten.
Ik leerde al vroeg dat je eenzaam kan zijn omringd door mensen.
Een huisarts bemerkte mijn stille somberheid tijdens een consult, niets voor een jonge gast van 15,16 jaar.
Ik werd naar maatschappelijk werk gestuurd. Mijn vader kwam me, toen er niemand anders in de buurt was, eens even stevig inprenten dat "wat er ook is, het ligt aan JOU, niet aan MIJ, als je dat gvd maar weet!"
School was een misslag. Het maatschappelijk werk strandde toen de man thuis met mijn ouders kwam praten, en naar ik begreep later want ik was er niet bij, dit gesprek ontaardde in een ruzieachtige sfeer.
Ik ging jong van school, vond een baantje, maakte lange dagen, verdiende het absolute minimumloon, zonder reiskosten of uitbetaling van overuren.
Ik was een stille jongen, een dagdromer. Die dromen werden van tijd tot tijd ruw verstoord door een chef die als een Amerikaanse filmsergeant op enkele centimeters in mijn gezicht brulde als ik weer eens een onoplettend foutje had gemaakt.
Maar het leven ging door. Er waren nog meer donkere momenten, zeker. Die hield ik echter voor mezelf. Ik had immers geleerd dat ik me niet moest aanstellen.
Er waren tal van hopeloze, onbeantwoorde verliefdheden op al even hopeloze meisjes.
Ik vond troost in muziek, begon een langspeelplatenverzameling, ik kon me vanaf toen veroorloven elke week een LP te kopen van mijn bescheiden inkomen. Ik leerde muziekinstrumenten bespelen, werd lid van een grotere bibliotheek in de naburige stad. En... vond troost in flessen drank die ik steeds sluwer naar binnen wist te smokkelen en te verbergen.
De situatie thuis werd onhoudbaar, ik vond een kamer in de stad. Daar kon ik los, zonder rem. Ik kwam vaak te laat op het werk maar wist geleidelijk drank in te passen en tegelijkertijd min of meer een ogenschijnlijk 'normaal leven' te leiden. Dacht ik.
Ik vond een meisje, we gingen samenwonen. We kochten een leuk klein jaren 30-huis (het was in de vorige eeuw, dat kostte toen lang zoveel niet als nu).
De huiskamer was volgestouwd met huisdieren en planten. Samen ontdekten we de Europese Langeafstand Wandelpaden en we besteedden bijna al onze vakantiedagen om wekenlang op pad te gaan, lichtgewicht kampeeruitrusting op de rug. Een mooie tijd. Maar dat ging over. Ik kreeg nog een tweede kans, een heel andere dame met wie ik jarenlang half samengewoond heb. Maar alles gaat voorbij, zo ook dit.
Uiteindelijk belandde ik in mijn huidige appartement. Zolang ik er woon is er nog niemand op bezoek geweest, behalve een storingsmonteur of zo. Je zou kunnen zeggen dat ik nogal vereenzaamd ben geraakt.
Natuurlijk ben ik nogal awkward, sociaal onhandig, in mezelf gekeerd, kan me moeilijk uiten. Dat maakt het uiteraard niet makkelijk om een vriendenkring op te bouwen in een nieuwe wijk in een nieuwe stad.
Ik ben er wel altijd op uitgegaan om een plaatsje in een band te verwerven, repeteren op te treden en alles. Hetgeen eigenlijk in strijd is met mijn karakter. Leuk is het niet altijd, met onderhuidse spanning, pikorde, afgunst in een klein gezelschap, maar muziek maakt veel goed. Ik maak graag muziek.
Tijdens het spelen vergeet ik mezelf. Pauzes, daar heb ik een hekel aan, als van buitenaf sta ik erbij, hoor ze lachen, kletsen, foute grappen maken, bierflessen opentrekken (zelf drink ik zelden buitenshuis).
Het zijn geen vrienden, door de een word ik min of meer geaccepteerd, de ander toont passieve, indirecte vijandigheid omdat ik te 'bijdehand' zou zijn en mogelijk een 'gevaar' vorm voor zijn positie in de band. Maar muziek maken verbindt uiteindelijk of nou ja, dat zou ze moeten doen.
Al met al heb ik nu een goed leven en genoeg om dankbaar voor te zijn. Het leven in relatief goeden doen is kwetsbaar en het kan zo over zijn. Niets is zeker en zelfs dat is niet zeker.
Intussen ben ik toch maar mooi de zestig gepasseerd, wie had dat gedacht? Ikzelf zeker niet toen ik een jaar of 15 was!
En gisteren was het Blue Monday, Blauwe Maandag of whatever. Het leven heeft me op zich weinig meer te bieden. Misschien dat er nog eens een klein wondertje geschiedt en mijn leven een positieve kentering maakt, ach, wie weet? Ja, er zullen ook weer donkere dagen zijn die me door een diep dal zullen leiden. Goede tijden, slechte tijden, zullen we maar zeggen.
Maar nu even niet. Wat nou Blue Monday?? Laat je niet leven door anderen, niet door je baas, niet door je man of vrouw, niet door je psycholoog, niet door schuldeisers en niet door je kat. Doe alles wat je zelf graag doet, heb schijt aan iedereen. Maar hou het droog, want geloof me: een zatlap worden dat wil je niet.
Heb gewoon een fijne week en ook een fijn leven na Dry January!
Denk jij aan zelfmoord? Praat erover! Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl
298.000
deelnemers gingen je voor