Een biertje als je een mooie loop hebt afgerond, een wijntje na dat spannende potje tennis, een bubbeltje omdat je een persoonlijk record hebt neergezet…sporten en alcohol is meer met elkaar verbonden dan je in eerste instantie misschien denkt. Hier lees je waarom je die alcoholische dorstlesser beter kunt vervangen met een frisje of een andere non-alcoholische traktatie.
Alcohol en blessures
Het lichaam is een knap apparaat. Lichaamsfuncties en organen werken als een geoliede machine samen. Alcohol schopt je hele interne systeem in de war. Zodra het je maag bereikt wordt een vijfde ervan direct geabsorbeerd. Het overige komt in je bloed terecht. Oftewel: alcohol komt overal. Met name je hersen- en zenuwcellen moeten het ontgelden. Al snel zijn de gevolgen van (te veel) alcohol merkbaar. Je reactie- en coördinatievermogen vermindert, evenals je bewegingstechniek en je uithoudingsvermogen. De kans dat je valt, iets verrekt, overstrekt, verstuikt of wat dan ook neemt toe.
Knallen op halve kracht
Je hebt zin om te sporten, maar de avond ervoor (te) diep in het glaasje gekeken. Toch ga je ervoor. Wat blijkt? Je bent al doodop, terwijl je niet eens op de helft bent van je rondje/aantal baantjes/fitnessparcours/tennispotje. Hoe dat kan? Eén van de functies van de lever is de opslag van glycogeen (koolhydraten), die het lichaam nodig heeft als energiebron. Als de lever alcohol moet verwerken, verstoort het de verbranding van koolhydraten, waardoor het bloedsuikerniveau daalt en je sportprestaties verminderen.
Zo’n dorst
Alcohol onttrekt vocht aan je lichaam. Want meer drinken, betekent vaker plassen. Dankzij het veelvuldige toiletbezoek worden ook verschillende vitamines en mineralen, waaronder zink, aan het lichaam onttrokken. En met een uitgedroogd lichaam is het niet fijn sporten. De combinatie vochtverlies en zweten kan zelfs gevaarlijk zijn. Ook na het sporten doe je er verstandig aan de alcohol te laten staan. Na het sporten is de maag leeg en stijgt de concentratie alcohol in je bloed enorm. Het gevolg is dat je nog meer uitdroogt.
Vet! Die lever
De lever vervult een cruciale rol in het afbraakproces van alcohol. Eenmaal in de bloedbaan wordt de alcohol getransporteerd naar dit slimme orgaan. In een tempo van ongeveer tien gram per uur, breekt de lever de alcohol af. Terwijl jij nog een goudgele rakker drinkt, is de lever druk bezig met het ontgiften van de alcohol. Maar het zou eigenlijk bezig moeten zijn met de verwerking van vet bijvoorbeeld. Dit verwerkte vet wordt daarna naar de spier- en vetcellen getransporteerd. Omdat de lever een andere prioriteit heeft (jouw derde helft wegpoetsen) blijft het vet in de lever zitten. Te veel alcohol leidt tot een opeenhoping van vet in lever en bloed, ook wel leververvetting genoemd. Pas wanneer de alcohol de lever heeft verlaten, kan deze de vetten verwerken.
Bierbuik
Niemand wordt aantrekkelijker van te veel alcohol drinken. Bloeddoorlopen ogen, doffe huid, slechte adem, opvliegers…en je wordt er ook niet slanker van. De meeste alcoholische drankjes zijn caloriebommen. Vandaar dat we ook wel eens praten van een ‘bierbuik’. Wanneer je drie glazen bier drinkt, heb je al tien procent van je dagelijkse aantal calorieën binnengekregen. En ook in een glas wijn of whisky zit meer dan tachtig calorieën. Bovendien kun je tijdens, of na een middag of avond pimpelen ineens flinke trek krijgen. Doorgaans wordt er dan gekozen voor een vette hap en niet voor de broccoli. Bij mannen wordt de extra energie vooral opgeslagen op de buik. Opgeslagen vet in de buikholte kan sneller leiden tot hart- en vaatziekten, diabetes en galstenen. Buikvet is gevaarlijk vet dus.
Bron: sport.nl
279.357
deelnemers gingen je voor