‘Ik ben moe’, dus ik ga niet naar die verjaardag, sporten, verder werken, in de tuin spitten of wat dan ook. Moe zijn is een breed begrip. Want wanneer ben je écht moe en wanneer is het eigenlijk een motivatie-dingetje?
Je hebt flink gesport. Je lichamelijk moe voelen, is dan heel gebruikelijk. Je spieren zijn verzuurd en je bloedsuikerspiegel is laag. En daar word je moe van.
En ook: je hebt de hele dag in meetings en calls gezeten. Wanneer je thuiskomt, voel je hoe moe je bent. Deze vermoeidheid is puur mentaal. Een van de verklaringen is dat bij mentale inspanning de voorraad glycogeen – de brandstof van het brein – afneemt. Daarbij komt adenosine vrij. Dat stofje maakt slaperig. Niet gek dus dat je na zo’n dag in slaap valt voor de televisie.
Hoe moe is moe?
Toch kun je na zo’n intensieve werkdag in de avond een opleving krijgen, als je samen met je beste vriend een potje scrabble speelt of een voetbalwedstrijd gaat kijken in het stadion. Dan is de glycogeenvoorraad dus nog niet helemaal uitgeput.
Hoe weet je nu of je écht moe bent? Als je geen puf hebt om naar de verjaardag van je (schoon)moeder te gaan, maar je kunt het wel opbrengen om je fiets te poetsen, dan heeft je moeheid te maken met (het gebrek aan) motivatie.
Lekker zweten
Er wordt vaak geroepen: ‘Ben je moe? Ga dan juíst sporten’. Het klopt dat je van regelmatig sporten beter slaapt en zowel figuurlijk als letterlijk lekkerder in je vel komt te zitten. De vermoeidheid na sporten is lichamelijk in plaats van mentaal en voelt prettig aan.
Ook geeft sport het lijf een teken om de energievoorraden weer aan te vullen. Het effect van de rust erna, is minstens zo groot als het sporten zelf. Bron: psychologiemagazine.nl.
Bepaal dus voor jezelf of je er goed aan doet om toe te geven aan je moeheid of dat je jezelf een spreekwoordelijke schop onder je billen moet geven…